2011/12/23

Nieuwjaarswens

Beste lezers, K&WH wenst u een prettige feestmaand en alle goeds voor 2012!
Rond deze tijd worden wij wat nostalgisch, dat zal wel het gevolg van al die kerstborrels zijn. Daarom hier een impressie van kerst zoals het in huize Kroon begin jaren '70 werd gevierd. Met de pan op tafel.

Kerst in de Beetsstraat, Den Haag, ca. 1971.
Foto: K&WH.

2011/12/22

VBCN curatorenprijs

Via onze vakorganisatie, de Vereniging van Nederlandse Kunsthistorici (VNK) ontving K&WH de aankondiging van de VBCN curatorenprijs. Een nieuwe bekroning voor tentoonstellingsconcepten klinkt als een prima initiatief, maar de tekst van deze aankondiging roept enkele vragen op. Lees de kritische reacties van kunsthistorici Andréa Kroon en Marty Bax op de website van het Register Freelance en Zelfstandige Kunsthistorici.

2011/12/20

Flaneren

Aan de Universiteit van Nottingham (UK) vindt op 6 en 7 juli 2012 een congres plaats, dat geheel is gewijd aan het thema 'flaneren'. De flaneur, misschien het beste te omschrijven als iemand die 'slentert om gezien te worden', is een 19de-eeuws archetype van de stadsmens. Hij werd geroemd door diverse auteurs en historici, van Balzac en Baudelaire tot Walter Benjamin, en meer recent besproken in publicaties als The Flâneur en The Invisible Flâneuse. Maar dergelijke studies beperkten zich vooral tot de flaneurs in Parijs, terwijl hij ook in andere Europese landen een bekend verschijnsel was, denk maar aan de Scheveningse Boulevard. Bovendien is de flaneur inmiddels ook voor de lens van de moderne media gespot. Aan al deze zaken wordt aandacht besteedt tijdens het congres The Flâneur Abroad: international and historical perspectives on an urban archetype, georganiseerd in samenwerking met het Institute for Research in Visual Culture en the Urban Culture Network van de universiteit. Onderzoekers die een paper willen presenteren kunnen reageren tot 30 december 2011 via richard.wrigley@nottingham.ac.uk.

2011/12/15

Monumentengids Londen

Kerstshoppen in Londen? Ook zin in wat kunsthistorisch verantwoord rondstruinen? Download dan The London List (pdf, 2010) een handige gids van de Britse monumentenzorg, English Heritage. Voor wie al redelijk zijn weg kent in Londen en de bekende toeristentrekpleisters al eens heeft gezien - of vakmatig  geinteresseerd is in architectuur en erfgoed - is dit een handige gids om de stad nu eens met heel andere ogen te bekijken. Historische pubs, kunstenaarstudio's, mansions en scholen, maar ook 19de-eeuwse bestrating en gietijzeren hekwerk worden vermeld. Zelfs wat 'Hollands glorie': zie pp. 42-43 voor de invloed van het Nederlands modernisme op het schitterende gebouw van het Royal Masonic Hospital.

2011/12/14

Architect A.J. Westerman

K&WH heeft haar werkplek in Den Haag in een pand van architect A.J. Westerman. Daarom schrijven we graag iets over de geschiedenis van dit pand:

Arend Jan Westerman (1884-1966) werd geboren in Dalfsen en haalde in 1910 zijn diploma aan de Industrieschool in Zwolle. Hij vond werk bij het bureau van G.A. Belsman in Enschede, maar verhuisde al gauw naar Amsterdam. Tussen 1914 en 1922 werkte hij daar bij de Gemeentelijke Dienst Publieke Werken, afdeling Gebouwen, als bouwkundig ontwerper en later als adjunct-architect. Hij was onder meer verantwoordelijk voor het Poldergemaal aan de Amsteldijk (1919), het Badhuis in de Andreas Bonnstraat (1920-21), de Vierde Ambachtsschool/ Maas Geesteranusschool aan de Baarsjesweg (1922), voor woningbouw aan het Meerhuizenplein en de De Lairaissestraat (1922 ), en de HBS aan de Jozef Israelskade (1923). In 1924 zag Westerman de kans schoon om zich als zelfstandig architect te vestigen. Hij werkte tot ca. 1935 regelmatig samen met andere architecten, waaronder: J. Brouwer, P.J.J.M. Cuypers, J. Jerphanion, H.L. de Jong, J.H. Mulder, J. Dunnebier, Ph. van Niftrik, Tubergen, A. Resink, W.Th.H. ten Bosch, Le Grand, L. Peters en G.A.M. Loogman. Tussen 1916 en 1933 was hij lid van genootschap Architectura et Amicitia.
Westermans oeuvre wordt gerekend tot de Amsterdamse School: een groep toonaangevende architecten die aan het begin van de 20ste eeuw veel sociale woningbouw realiseerde, met name in de Rivierenbuurt. Juist dat geeft het handjevol panden dat Westerman in Den Haag realiseerde, een bijzonder cachet.

Westermans ontwerp voor een woon-/winkelgalerij
aan de Laan van Meerdervoort. Het Vaderland, 27-9-1924.
In het tijdschrift Het Bouwbedrijf werd begin jaren ’20 een ontwerpwedstrijd uitgeschreven voor een winkelgalerij in Den Haag, waarin een café-restaurant met het motto ‘Hans’ opgenomen moest zijn. De verschillende inzendingen werden beoordeeld door een commissie, waarin ook architect H.P. Berlage zitting nam. Westermans ontwerp voor een overdekte winkelgalerij met bovenwoningen bleek de winnaar. In 1924 werd dit ontwerp dan ook gerealiseerd op de hoek Laan van Meerder-voort/Fahrenheitstraat. De gekozen bouwstijl is een mengeling van Amsterdamse School stijl en Nieuwe Zakelijkheid met typerende platte daken en ongebruikelijke raamverdelingen.

Ontwerptekening voor het winkelcomplex
van Lijnkamps Kleedingmagazijn, Het Vaderland 30-1-1926.
Vervolgens brak in 1926 een tweede bouwfase aan. In opdracht van N.V. Lijnkamps Kleedingmagazijn bouwde Westerman aan de andere zijde van de Fahrenheitstraat een woon-/winkelcomplex in dezelfde stijl op de hoek Thomsonlaan. Dit maal werd echter niet gekozen voor een overdekte galerij, maar voor inspringende portieken en schuine winkelingangen. De gevel van het complex kenmerkt zich door gebruik van gele baksteen en een monumentale, doorlopende houten winkelpui, waarin geel glas is verwerkt. Langs de dakrand is in zwart een blokjesmotief geschilderd, dat aansluit bij de kleine glas-in-lood ruitjes in de bovenlichten op de eerste en tweede verdieping. Hierdoor heeft de gevel een herkenbaar ‘ritme’. Hetzelfde glas werd toegepast in de bovenlichten aan de achterzijde en binnenshuis in de kamer- en schuifdeuren, terwijl de ingangs- en schoorsteenpartijen binnenshuis zijn voorzien van bloktegeltjes in groen en zwart. Exterieur en interieur vormen zo een mooie eenheid. K&WH prijst zich dan ook gelukkig met een werkplek in dat pand van Lijnkamp.
In 1927 ontwierp Westerman tussendoor enkele woonhuizen aan de Pioenweg, en landhuizen aan de Hyacinthweg en de Daal-en-Bergselaan. In 1931 werd de 3de fase van het winkelcomplex voltooid. Westerman ontwierp in opdracht van de Nederlandse Bioscoop-Trust het West-End Theater, dat aangrenzend aan zijn eerste winkelgalerij in de Fahrenheitstraat kwam te staan. Het interieur werd door de bekende ontwerper Jaap Gidding verzorgd. Het pand is sindsdien omgetoverd tot supermarkt.
 
Ontwerp woon-winkelcomplex. Het Vaderland, 2-1-1926.
Ondertussen realiseerde Westerman ook een hele reeks ontwerpen in Amsterdam: woningbouw aan de Bestevaerstraat (1924) en Witte de Withstraat (1925-1927), villa’s aan de Apollolaan (1926), woningbouw in de Memlingstraat/Gerrit van der Veenstraat, woon-/winkelpanden in de Scheldestraat (1927), woningbouw aan de Van Spilbergenstraat (1927) en Volkerakstraat/Eendrachtsstraat (1928), de bebouwing van de Maritzstraat/Tugelaweg/De Wetstraat, en woningbouw aan de Amstelkade, Churchill-laan (1930) en de Holbeinstraat (1934). In zijn tijd werd Westerman’s werk gewaardeerd om zijn esthetische kwaliteit en proportieschemas. Zijn ontwerpen werden het besproken in gerenommeerde architectuurtijdschriften als Het bouwbedrijf, Wendingen en Architectura. Langs deze weg zijn ze onderdeel geworden van de architectuur-historische ‘discours’. Na 1945 was Westerman echter nog maar weinig productief. Zijn bekendste naoorlogse ontwerp is het kantoor van de Belgische Assurantiemaatschappij 'A.G. van 1830' aan het Kleine-Gartmanplantsoen te Amsterdam.  

Recente architectuurinventarisatieprojecten, onder meer door de stichting Bonas (NAi), hebben Westermans werk opnieuw in de belangstelling gebracht. Zijn oeuvre bleek groter en invloedrijker dan voorheen werd gedacht. Het woon-winkelcomplex aan de Laan van Meerdervoort, Fahrenheitstraat en Thomsonlaan geldt nu als één van de weinige intact gebleven winkelgalerijen uit deze periode van de architectuurgeschiedenis, die bovendien haar oorspronkelijke functie heeft behouden. Dat geeft de panden een bijzondere cultuurhistorische waarde. Hoewel sommige winkeliers de originele houten pui hebben afgedekt met reclameborden, zijn de gevels goed bewaard gebleven en gemakkelijk in oorspronkelijke staat terug te brengen. De karakteristieke blokjesmotieven onder de dakrand zijn wat vervaagd, maar bleven net als de oorspronkelijke ramen behouden, waardoor het karakteristieke ‘ritme’ in het gevelontwerp nog intact is. Meer aandacht voor deze panden, bijvoorbeeld in de vorm van een monumentenstatus en opname in architectuur-wandelingen en -publicaties, zou goed passen in de plannen van de winkeliersvereniging om nieuwe bezoekersstromen aan te trekken.

2011/12/09

Bis in de Bomenbuurt

De Haagsche Bomenbuurt is altijd rijk geweest aan toko's, maar qua lunchrooms en restaurants kwam ze er jarenlang bekaaid af. Ladies who lunch konden nergens terecht, het gemiddelde culinaire aanbod was een zak patat. K&WH is dan ook heel blij met de nieuwkomers die in recente jaren in de Fahrenheit-straat en de Thomsonlaan zijn gevestigd. Je kunt nu met je laptopje neerstrijken bij Bagels & Beans of Madeleine, of ouderwetse wentelteefjes eten bij De Freule.

Met de komst van Bis echter, is het culinaire aanbod in onze wijk ineens naar een heel ander niveau getild. Chefkok Jeroen Plugge, voorheen bekend van Waterproef, durfde het aan om midden in de economische crisis een op Franse bistro's geinspireerd restaurant te beginnen. Ondanks de slechte berichten over het effect van de crisis op het horecavak, zat de zaak meteen iedere avond vol. Geen wonder met zo'n menukaart.
K&WH werden onlangs getracteerd op het verrassingsmenu met wijnarrangement. De keuze van de chef bleek een boeiend samenspel van traditionele, Hollandse inspiraties, moderne techniek en presentatie. Zo kwam een op de huid gebakken pieterman met venkel en hollandaise voorbij, gevolgd door een torentje van witte biet, buikspek, kabeljauw, omgeven door thijmjus en getopt met een toefje schaaldierenschuim. Het hoofdgerecht was, net als de overige gerechten, nét weer anders dan op de kaart: een mooi gegaarde longhaas met zuurkool. Het dessert was een warm chocoladepotje met een crème anglaise van sinaasappel en basilicum, waarbij we heerlijk stroperige sherry dronken. Leuke, kleine showelementjes die het gesprek aan tafel gaande houden, niet over the top. En dat allemaal voor € 36 p.p. (excl. wijn).  
Net als bij Franse bistro's en brasseries staan steak frites en moules frites altijd op het bord, en voor buurtbewoners en -winkeliers is de wisselende dagschotel een prima beloning voor een dag hard werken. Wie zonder te reserveren binnenloopt, kan een keer pech hebben, maar het loont de moeite om het dan nog eens te proberen. K&WH zijn in ieder geval erg blij dat we nu aan het einde van de straat een leuk adresje hebben, waar we zowel voor een zakelijk diner als gewoon met pa en moe terecht kunnen.

[Een kleine suggestie: wellicht wil Bis eens kennis-maken met de prachtige thee van Betjeman en Barton, want niet-koffiedrinkers zouden bij het natafelen zo graag iets anders zien dan het standaard horecatheezakje dat in de meeste restaurants wordt geserveerd.]

2011/12/06

Een onbekend oeuvre belicht: Gust van de Wall Perné

Een flink aantal jaren geleden zag K&WH op de tentoonstelling Bloeiende symbolen het schilderij De witte lelie, die van den hemel 't licht ontvangt (ca. 1909) van Gust van de Wall Perné. Een schitterend werkje van een kunstenaar waarvan we - eerlijk gezegd - verder niets van wisten. Kort geleden viel ons oog op de schitterende poster van het CODA Museum in Apeldoorn, de aankondiging van de tentoonstelling Gust van de Wall Perné. Nieuwe Kunst rond 1900. Wat een prettige verrassing om eindelijk weer eens een relatief onbekende oeuvre uit de periode rond 1900 uitgediept te zien.
Van de Wall Perné (1877-1911) blijkt een veelzijdig kunstenaar en ontwerper te zijn geweest. Het ontwerpersechtpaar Chris en Agathe Wegerif zag zijn talent en bood hem een plek op hun werkplaats aan, waar producten voor de Arts and Crafts winkel in Den Haag werden vervaardigd. Van de Wall Perné ontwierp onder meer boekbanden, reformkleding, meubels en toneeldecors. Rond 1900 ging hij zich meer toeleggen op schilderen. Hij produceerde vooral symbolistische werken, waarin de (mystieke) natuur een grote rol speelde. Van de Wall Perné is helaas niet oud geworden (slechts 34 jaar), maar was in zijn korte leven betrokken bij enkele hoofdrolspelers uit de kunstwereld van zijn zijn tijd. Naast zijn samenwerking met de Wegerifs, had hij ook goede contacten met Piet Mondriaan.
Ook bij deze tentoonstelling werd gelukkig ruimte gevonden voor een kleine publicatie. Ze is zeer fraai vormgegeven (kijk ook eens onder de stofomslag naar de achterzijde) en bevat kleurillustraties. Bovendien is hierin het niet eerder gepubliceerde woudsprookje De Kolenbrander en de Reus opgenomen, dat Van de Wall Perné in 1908 zelf schreef en illustreerde. Op de website van CODA is een mooie impressie van de tentoonstelling te zien. Zowel tentoonstelling als publicatie zijn absolute aanraders.

Chris Lebeau

Foto: coll. Drents Museum, Assen.
In Museum Willem van Haren is een tentoonstelling te zien over een van de belangrijkste Nederlandse kunstenaars van de eerste helft van de 20ste eeuw: Chris Lebeau. Kunstenaar en anarchist. Lebeau was werkzaam in een veelheid van disciplines - grafiek, kunstnijverheid, glas, batik, textiel en meer. In zijn beeldentaal is mooi de overgang van Nieuwe Kunst naar Art Deco te zien. Naast een overzicht van zijn oeuvre, geeft de tentoonstelling ook een inzicht in Lebeau’s anarchistische achtergrond. Hij kwam uit een socialistisch gezin en was een zeer principieel man, geheelonthouder en vegetariër, met een uitgesproken visie. Hij voelde zich aangetrokken tot de theosofie. Zo volgde hij een tekencursus aan de Vahâna-school, onder leiding van K.P.C. de Bazel en J.L.M. Lauweriks, en nam hij theosofische symboliek op in zijn werk. Ook tekende hij verschillende politieke prenten, onder meer voor het antimilitaristische orgaan De Wapens Neder. In de Tweede Wereldoorlog sloot hij zich aan bij het verzet en vervalste hij persoonsbewijzen en distributiebonnen. In 1943 werden Lebeau, zijn vrouw en leerlinge wegens verzetsactiviteiten gearresteerd. Door de schuld op zich te nemen, zorgde hij voor de vrijlating van de anderen. Na gevangenschap in Scheveningen, werd hij overgebracht naar de concentratiekampen in Vught en Dachau, waar hij kort voor de bevrijding overleed.
Voor kleinere musea is het tegenwoordig lastig om een catalogus te realiseren. De bekende kunstuitgevers in Nederland vragen hiervoor vaak een aanzienlijke bijdrage, die alleen de grote musea nog kunnen ophoesten. Gelukkig is bij deze tentoonstelling bij het FDN Fonds een bescheiden publicatie verschenen, waarin diverse auteurs Lebeau's levensopvattingen belichten en de invloed daarvan op zijn leven en oeuvre bespreken. Ook zijn vriendschap met collega-kunstenaar Jan Mankes en zijn ontwerpen voor tafeltextiel komen aan de orde. Ontroerend zijn de fragmenten achter in het boekje, waarin herinneringen van Nico Frost en Albert de Jong aan Lebeau zijn afgedrukt.

Architectuur en beelden

Een boek dat al wat langer op ons bureau ligt, maar door werkdruk niet eerder op onze blog werd genoemd, is: Een hechte verbintenis. Beelden en architectuur in Den Haag. De meeste Hagenaars lopen op straat met de blik naar het trottoir of de etalages gericht, terwijl juist boven dat blikveld veel moois te zien is. De gevels van vele winkels, kantoren, woningen en andere panden zijn verrijkt met beeldende ornamenten. Met name in het interbellum werden veel gevelsculpturen vervaardigd door grote kunstenaars als Hildo Krop en Jan Altorf. Deze publicatie uit de VOM-reeks van Monumentenzorg Den Haag belicht dit belangrijke, maar vaak over het hoofd geziene onderdeel van de architectuur: gevelsculptuur.
Het boek geeft eerst een toelichting op materiaal en praktijk, en bespreekt daarna per eeuw diverse voorbeelden en thema's. Het is vooral een bladerboek geworden, dat de verschillende soorten en stijlen gevelbeelden en gevelkopjes in beeld brengt, en laat zien welke personificaties, flora en fauna, gedaantes of symbolen zij verbeelden. Ook de Haagse ooievaar komt regelmatig voorbij. De vele ruimtelijke werken versieren niet alleen de gevels, zij vertellen de voorbijganger ook iets over het gebouw en haar eigenaar. Dit boek geeft aan hoe zeer het de moeite loont om op straat 'zomaar' even stil te staan en naar boven te kijken.